Sage werkt in een bakkerij. Ze raakt bevriend met Josef, een aardige oude man die vaak met zijn hondje door de buurt wandelt. Tot de dag dat hij haar een foto van zichzelf laat zien in SS-uniform, vertelt dat hij wil sterven en haar
vraagt hem daarbij te helpen. Sage weigert. Haar grootmoeder, Minka, met wie ze een sterke band heeft, is een overlevende van de Holocaust. Ooit was Minka een vrolijk meisje dat ervan droomde schrijfster te worden. Maar die dromen vielen in duigen toen ze naar Auschwitz werd gedeporteerd.