De zussen Sylvia, Iris, Els, Karin en Tara leiden ieder hun eigen leven. Eén keer per jaar gaan ze samen een weekend weg om de familieband te versterken. Dit keer loopt alles anders. Ieder draagt een geheim met zich mee, dat ze probeert te verbergen voor de anderen. Maar hoe doe je dat, als je drie dagen in een vakantieboerderij op elkaars lip zit?
Een minnaar, zwangerschap, schulden; het is een explosieve mix die zorgt voor een uitbarsting op zondag. Kunnen ze elkaar na dit weekend nog recht in de ogen kijken?
José van Winden (1970) groeit op met vijf zussen en een broer in de polder tussen Rotterdam en Den Haag. Als ze tien jaar oud is, verschijnt haar eerste verhaal in de Taptoe. Pas na de dood van haar moeder in 2006 durft ze te kiezen voor het schrijverschap. Ze volgt een opleiding scenarioschrijven en schrijft sindsdien verhalen, filmscripts en musicals. In 2017 verschijnt haar debuut Weekendje Weg. In 2020 krijgt deze roman een 2e druk.
Een vrouwenboek pur sang. Warm, dichtbij en met voortreffelijke dialogen.
Hanneke Tinor-Centi | recensent, literair agent