Antwerpen, halfweg de jaren negentig. In een verlaten appartementengebouw dat wordt verbouwd tot een hotel is één appartement volledig gemeubileerd achtergelaten. Drie jonge mannen breken binnen en nemen trofeeën mee naar huis. Jazz-elpees, een opgezette ballonvis en een plastic map gevuld met kladversies van brieven, hartverscheurende liefdesbrieven. Twintig jaar later boekt de verteller van dit verhaal een kamer in het Arass Hotel in Antwerpen, op dezelfde plek waar hij aan de haal ging met de brieven. Tijdens zijn verblijf onderneemt hij een overmoedige poging om het mysterie te ontrafelen en doet hij het onstuimige relaas van drie vrienden die hun weg trachten te vinden in de hippe Antwerpse scene van de jaren negentig. Ook de grimmige jaren tachtig passeren de revue, en de rise and fall van de piratenzender Radio Annick. De heimwee naar glorierijke tijden, naar de plekken, mensen en verhalen die voorgoed weg zijn, maakt Dieven van vuur tot een generatieroman die voor iedereen herkenbaar is.