Hersenchirurg Jaap Hollander is gepensioneerd, gescheiden, en sinds de verdwijning van zijn dochter een dolende vader. Tien jaar na haar verdwijning in de woestijn van Israël krijgt hij het verzoek om een onmogelijke hersenoperatie te leiden. De kans van slagen is eigenlijk nul. Maar er hangt veel van af, misschien zelfs een spoor naar zijn dochter. Een wonderlijke keten van gebeurtenissen brengt hem in contact met Ibrahim, een hond van het kanaänras, wat Jaaps leven zal veranderen.