De zevenendertigjarige Mattis is een in zichzelf gekeerde man die moeite heeft zich te verhouden tot de volwassen wereld. Hij woont samen met zijn zus Hege in een klein huis in de verlaten Noorse bossen, waar zij probeert de eindjes aan elkaar te knopen met het breien van truien. Ze moedigt Mattis regelmatig aan om ook werk te zoeken, maar veelal zonder resultaat.
Als het Mattis op een dag lukt om veerman te worden op het meer waaraan ze wonen, is de enige passagier die hij vervoert een houthakker, Jørgen. Wanneer die verliefd wordt op Hege en bij Mattis en haar blijft wonen, vindt Mattis het maar moeilijk met deze veranderingen om te gaan.