Ma zit hier nu drie weken en elke dag is het raak. Liever zou ik eventjes niet meer gaan.
'Het is hier verschrikkelijk,' zegt ze.
Dan zwijgt ze. Ostentatief.
Ik leg mijn hand op haar knie.
Ze wijst naar de bovenkant van haar hoofd en zegt: 'Je kan beter mijn kop inslaan.'
'Dan moet ik naar de gevangenis, ma.'
'Dat is waar,' zegt ze en ze peinst en dat doe ik ook: peinzen, peinzen over haar hunkering naar een genadeklap. Al drie jaar verzorgt Hugo Borst zijn moeder, die aan dementie lijdt. Op ontroerende en vaak tragikomische wijze schrijft hij over de ingrijpende gevolgen van haar aftakelende geest en de onvermijdelijke verhuizing naar een verpleeghuis. Intussen haalt hij herinneringen op aan zijn jeugd en aan zijn moeder in betere tijden. Ma is een liefdevol en prachtig geschreven portret van een moeder en haar zoon.