Eigenlijk is de vraag heel simpel: wat doet de zee met je, de rivier, de lucht, de ruimte - wat doet het uitzicht of de afstand? Dat is voer voor psychologen en schrijvers: je gunt de Siciliƫganger van Jeroen van Kan de waddenpsycholoog van Mathijs Deen. Je vergelijkt de troost van schaduwverliefdheid met die van tomaatjes: Emily Kocken, Marjolijn van Heemstra.
De liefdevolle schoten, de ontwrichtende woorden: Laura Broekhuysen.
Je voelt de kwetsbaarheid en verlangt naar het vasteland - want het is een nummer dat die vaste grond onder de voeten achterlaat, dat het grootse van de oversteek menselijk maakt, en het dagelijkse uitvergroot, dat het evidente laat zien, het immanente impliceert, en voortvaart.