'Het is niet de dood die een man zou moeten vrezen,
hij zou bang moeten zijn nooit te beginnen met leven...'
Toen hij jong was droomde Arthur Groeneveld ervan om filosofieprofessor aan de universiteit te worden en studenten te verrijken in hun zoektocht naar wijsheid.
Vol dromen studeerde hij af, maar als blinde man kwam hij er al snel achter dat er aan de top van de intellectuele samenleving geen plek was voor iemand met zijn handicap.
Hij legde zich erbij neer dat zijn droom nooit uit zou komen, maar een onverwachte ontmoeting met een jonge student heropent zijn oude wonden.