Op een winterse avond stapt de Griekse zeeman Dimítris binnen bij café Havenzate in Terneuzen. Daar ontmoet hij Heleen, die samen met haar moeder Fie het café drijft. Heleen mag haar moeder niet in de steek laten, maar ze wil Dimítris wel beter leren kennen. Een trip naar Griekenland pakt anders uit; Heleen belandt op het vrachtschip waarop Dimítris als eerste stuurman werkt. Aan boord krijgt Heleen het flink te verduren en bovendien wordt ze geconfronteerd met vragen over haar verleden.