Tijdens zijn verjaardagsfeest krijgt burgemeester en ex-minister Hendrik De Vuyst het bericht dat zijn kleindochter verdwenen is. Hoofdinspecteur Mortier wordt tegen zijn zin met de zaak belast en vindt het meisje ongedeerd terug. Twee dagen later wordt het lijk van De Vuyst opgedregd. Zijn rug vertoont vreselijke littekens en in zijn portefeuille zit een foto uit 1956 met vier jongens, onder wie de ex-minister zelf. Mortier start zijn onderzoek. Wanneer bij de afbraak van het internaat waar de vier verbleven een lijk gevonden wordt, komt het criminele verleden van De Vuyst aan het licht.